Berap 2019-1

Doel 10.1.1 We voeren een solide financieel beleid

Een financieel gezonde gemeente willen wij bereiken door een solide financieel beleid. Daaronder verstaan wij het alert kunnen reageren op veranderingen in de samenleving en de financiële positie van de gemeente.Via de halfjaarlijkse actualisering van ons financieel meerjarenperspectief en de risico-inventarisatie beoordelen wij of bijsturing van de begroting noodzakelijk is en / of het weerstandsvermogen op orde is. De mate van kostendekkendheid van de tarieven is onderdeel van de jaarlijks uit te brengen tarievennota.De hoogte van de algemene dekkingsmiddelen is voor een belangrijk deel afhankelijk van de ontwikkeling van het gemeentefonds. Een hogere of lagere gemeentefondsuitkering heeft direct invloed op het financieel meerjarenperspectief. Indien een verlaging leidt tot een tekort op het meerjarenperspectief dan zullen maatregelen worden voorgesteld om het tekort zo spoedig mogelijk te herstellen. Indien sprake is van een voordeel op de algemene middelen dan zullen wij met voorstellen komen hoe dit voordeel in lijn met onze financiële uitgangspunten en ambities in te zetten. Het financieel beleid aangaande lokale heffingen, financiering, verbonden partijen, weerstandsvermogen/ risico’s en grondbeleid is nader uitgewerkt in de verplichte paragrafen.

Criteria

We voeren een solide financieel beleid, zodanig dat:

  • Beleidsintensiveringen in eerste instantie binnen de bestaande kaders gevonden dienen te worden.
  • Het weerstandsvermogen om risico’s op te vangen is op peil. Via de opnieuw vast te stellen nota risicomanagement en weerstandsvermogen stellen hiervoor bij de begroting 2019 een indicator vast.
  • De risico’s van deelnemingen in verbonden partijen beheersbaar zijn.
  • Financiële meevallers zetten wij ten eerste in voor het versterken van het weerstandsvermogen (indien nodig) en ten tweede voor investeringen / ontwikkelingen in de stad.
  • Investeringen integraal worden afgewogen bij de Perspectiefnota.
  • Tarieven in principe kostendekkend zijn.
  • De totale woonlasten stijgen met maximaal het inflatiepercentage.
  • Het financieringsbeleid erop is gericht de rentekosten te beheersen en te verlagen en de daarmee samenhangende risico’s te beperken (de renterisiconorm ligt op 20% of lager).