Berap 2019-1

Doel 6.2.2 We behouden en versterken de beschikbaarheid van sociale huurwoningen en de betaalbaarheid voor de laagste inkomens

We zijn ons bewust van de toenemende druk op de sociale huurvoorraad. De druk komt voort uit de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens in het algemeen, en scheiden wonen en zorg, uitstroom uit beschermd wonen en jeugdzorg en het aantal statushouders in het bijzonder. Wij zetten daarom vol in op de realisatie van een samenhangend pakket aan afspraken met de corporaties over uitbreiding van de voorraad door nieuwbouw, omvang van de bestaande sociale voorraad en betaalbaarheid. In 2016 zijn deze afspraken vastgelegd in de prestatieafspraken tussen corporaties, gemeente en huurdersorganisaties voor de periode 2016-2019. Onderdeel van de inzet op betaalbaarheid is ook het blijvend investeren in de energieverbetering van de sociale voorraad. Hierdoor zijn bewoners minder afhankelijk van de prijsontwikkeling van fossiele brandstoffen.

Criteria

We behouden en versterken de beschikbaarheid van sociale huurwoningen en de betaalbaarheid voor de laagste inkomens, zodanig dat:

  • Het aanbod wordt vergroot:
    • Het aanbod van sociale huurwoningen voor mensen met een inkomen tot €36.000 groeit in de periode 2016-2019 met netto 700 sociale huurwoningen, door nieuwbouw in het reguliere programma, de versnellingsactie sociale woningbouw en realisatie van semi-permanente woningbouw.
    • De te realiseren woningen passen grotendeels (80%) binnen de huurtoeslaggrenzen (van € 592 voor 1/2 persoons huishoudens/ € 635 per maand voor meerpersoons huishoudens, prijspeil 2017).
  • De meest kwetsbare groepen prioriteit hebben. Daarbij gaan we uit van de volgende kaders:
    • De woonruimteverdeling zorgt dat 66% van de woningzoekenden met een urgente woonvraag binnen 6 maanden een woning hebben (indien zij binnen de spoedmodule minimaal 2x per week reageren).
    • Er woningen beschikbaar zijn in de flexibele schil die mensen de mogelijkheid bieden om binnen enkele weken een tijdelijke woonplek in Zwolle te hebben.
    • In Zwolle de taakstelling voor de huisvesting van statushouders wordt gehaald.
    • De samenhang tussen wonen en zorg wordt verstrekt. Mensen met een zorg- en ondersteuningsvraag zijn in staat om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen door een passend woningaanbod in een geschikte woonomgeving, met een goede aansluiting op intramuraal wonen wanneer dat nodig is.
  • Doorstroming een belangrijk thema is, waarbij wordt nagedacht om de juiste woningen beschikbaar te hebben/krijgen voor de groep vragende huishoudens. Met de Doorstroomagenda wordt gestreefd om het scheefwonen verder te verkleinen.
  • De huurverhogingen voor de allerlaagste inkomensgroepen worden gematigd.
  • Het afwegingskader binnen het woonruimteverdeelsysteem jaarlijks wordt herzien.
  • De woonlasten ook op langere termijn betaalbaar blijven door duurzaamheid en vermindering van energiekosten (woonlastenbenadering). In de bestaande woningvoorraad van corporaties zijn alle woningen in 2020 verbeterd naar een gemiddelde energie-index van 1,25.
  • Het renoveren en verbeteren van bestaand gebied en bestaande voorraad woningen loopt volgens principes van natuurlijke wijkvernieuwing; het vernieuwingsproces verloopt op organische wijze, met nauwe betrokkenheid van bewoners waarbij beheer en ontwikkeling worden samen genomen en waarbij kracht wordt aangeboren en de eigen investeringen van bewoners meer centraal komen te staan.